- Lees ieder woord met de betekenis en daarna de voorbeeldzin eronder.
- Als je 5 woorden van de les hebt gehad, kijk je of je ze alle 5 nog weet.
Check aan het eind alle woorden nogmaals. - Ga dan door naar de bijbehorende oefeningen en doe de Test je Kennis toets.
1. grondig = door en door, nauwkeurig
Ik had de toets deze keer grondig voorbereid.
2. immer = altijd
Want het is bij mij immer hetzelfde liedje; te laat beginnen met leren waardoor ik het niet goed genoeg ken.
3. moedwillig = niet per ongeluk, expres
Want ik stel het eigenlijk altijd moedwillig uit tot het laatste moment.
4. plannen = bedenken wanneer iets zal gebeuren
Maar dit keer had ik alles dus goed gepland.
5. bijtijds = op tijd, voordat het te laat is
En gelukkig was ik nu dus bijtijds klaar met leren.
6. behoorlijk = redelijk
De toets ging best behoorlijk.
7. enerverend = spannend
Het was wel even enerverend toen de uitslag bekend gemaakt werd.
8. warempel = nota bene
Ik had warempel een 9!
9. geenszins = absoluut niet, alles behalve
Het ging best oké, maar zo’n hoog cijfer had ik geenszins verwacht.
10. prioriteit = voorrang
Voortaan geef ik mijn huiswerk toch maar wat meer prioriteit, zeker als ik een toets heb!
Heb je ze grondig doorgenomen? Dan is het tijd voor de bijbehorende oefeningen >>.
En daarna ben je helemaal klaar voor de Test je Kennis toets.