Hieronder weer 10 nieuwe woorden.
Lees de woorden inclusief betekenis en de voorbeeldzin een paar keer goed door.
Ken je ze? Ga dan door naar oefenquiz eronder.
Stap 1: Woorden leren
1. hectiek = drukte waar je een beetje een opgejaagd gevoel van krijgt
De hectiek en de tijdsdruk van het werk bevallen mij juist.
2. blindelings = zonder te kijken of na te denken, klakkeloos
Voorbeeld: Hij nam dat blindelings van hem aan.
3. fundamenteel = essentieel, wezenlijk
Dat is een fundamenteel verschil.
4. sjacheraar = dubieuze handelaar
Voorbeeld: Je moet je ook geen dingen kopen bij die sjacheraar.
5. sommeren = aanmanen, bevelen
Voorbeeld: Hij werd gesommeerd te vertrekken.
6. deprimerend = iets dat je somber maakt
Voorbeeld: De slechte cijfers werkten ook alleen maar deprimerend.
7. ethisch = moreel, wat met goed en kwaad te maken heeft
Voorbeeld: De vraag is of dat ethisch verantwoord is…
8. implicatie = gevolg
De implicaties zijn niet te overzien.
9. genocide = volkenmoord
Voorbeeld: De genocide in Rwanda kostte naar schatting bijna 1 miljoen Tutsi’s het leven.
10. interventie = tussenkomst, bemiddeling
Voorbeeld: Buitenlandse interventie was nodig om het conflict niet verder uit de hand te doen lopen.
Stap 2: Oefenen met de woorden
Als je ze redelijk goed kent, is het tijd om er wat mee te oefenen.
Doe hiervoor de quiz hieronder.
Stap 3: Tijd om te testen!
Tijd om te kijken of je ze echt kent!
Hieronder 2 testen; de eerste test is van de woordjes van deze les, de tweede gaat over alle woordjes die je tot nu toe hebt geleerd. Dus les 1 t/m 8.
Zorg dat je met de eerste test doorgaat totdat je alles goed beantwoord.
De tweede test omvat 15 vragen, waarvan je er minimaal 12 goed moet hebben.
Good luck!
Terug naar de overzichtspagina Woordenschat Onderbouw >>